Geestkunde
Geestkunde is beschreven door Freek van Leeuwen. Hieronder volgt de inleiding van de site www.geestkunde.net. Ook het boek Geestkunde is aan te bevelen als je geinteresseerd bent over het ontstaan van de mens en hoe uiteindelijk negen basiskarakters zijn ontstaan.
Het onderwerp van deze verhandeling is geestkunde (spirituologie), zoals die in de boeken Geestkundeen De Levensweg van Freek van Leeuwen is beschreven.
Zo op het eerste gezicht lijkt geestkunde iets te zijn wat niet van deze wereld is, maar in het verloop van deze verhandeling zal blijken dat we ons met geestkunde in feite ook met de grote levensvragen bezighouden:
Waardoor geestkunde wel degelijk tot de ervaarbare werkelijkheid behoort; zij het dat het een ínnerlijke, geestelijke werkelijkheid is; het is de werkelijkheid van jezelf als geest in je eigen binnenwereld: de bewuste, vermogende levenskracht... die nú de betekenis van deze woorden, vanaf deze pagina, tot zichzelf door laat dringen.
De zin van dit tijdelijke, stoffelijke bestaan is voor de mens een raadsel, dat je zelf moet zien op te lossen; en het is daardoor dat je je deze levensvragen stelt.
Omdat jij het zélf bent die zich deze vragen stelt, zullen we, om ze te kunnen beantwoorden, om te beginnen onze aandacht moeten richten op de eerste vraag, die ook de kernvraag is: Wie ben ik?
Dat betekent dat we ons moeten gaan bezighouden met zelfkennis, met de kennis van het wézenlijke van onszelf. Dat wezenlijke is: de menselijke geest als de bewuste, vermogende levenskracht, die over de geestelijke vermogens beschikt: met name het vermogen
We moeten ons met andere woorden gaan bezighouden met geestkunde, want onder geestkunde wordt zelfkennis verstaan als de kennis van jezelf als de menselijke geest, de kennis van het eeuwige wézen dat je bént: de vermogende levenskracht.
In geestkunde worden daartoe de volgende onderwerpen behandeld... geheel vanuit het gezichtspunt van de geest:
Want bij geestkunde gaat het ook over de verhouding tot je medemensen naar búiten toe (de uitgekeerde instelling) en die tot je geestelijke oorsprong naar bínnen toe (de ingekeerde instelling).
Ga je geestkunde op jezelf toepassen - door je vermogens om te vormen tot het geweten en de deugden - dan kun je daarmee niet alleen jezelf geestelijk ontwikkelen - wat de zin van je bestaan is - maar daardoor ook je verstandhouding met je medemensen verbeteren en je uiteindelijk met je geestelijke oorsprong herenigen; je kunt je herenigen met de eeuwige bron waar je als geest ooit uit bent voortgekomen en ook weer naar onderweg bent.
Want er is één hoofdweg voor de mens: de weg terug naar onze God, maar er zijn veel zijwegen... die de mens er juist steeds toe aanzetten
Iedere mens die de blik naar binnen richt, kan de beschreven eigenschappen van de geest - in de vorm van de werkzaamheid van de geestelijke vermogens - rechtstreeks bij zichzelf waarnemen.
Het onderwerp van deze verhandeling is geestkunde (spirituologie), zoals die in de boeken Geestkundeen De Levensweg van Freek van Leeuwen is beschreven.
Zo op het eerste gezicht lijkt geestkunde iets te zijn wat niet van deze wereld is, maar in het verloop van deze verhandeling zal blijken dat we ons met geestkunde in feite ook met de grote levensvragen bezighouden:
- wie ben ik,
- waar kom ik vandaan,
- waar ga ik naar toe en
- hoe geef ik zin aan dit tijdelijke bestaan?
Waardoor geestkunde wel degelijk tot de ervaarbare werkelijkheid behoort; zij het dat het een ínnerlijke, geestelijke werkelijkheid is; het is de werkelijkheid van jezelf als geest in je eigen binnenwereld: de bewuste, vermogende levenskracht... die nú de betekenis van deze woorden, vanaf deze pagina, tot zichzelf door laat dringen.
De zin van dit tijdelijke, stoffelijke bestaan is voor de mens een raadsel, dat je zelf moet zien op te lossen; en het is daardoor dat je je deze levensvragen stelt.
Omdat jij het zélf bent die zich deze vragen stelt, zullen we, om ze te kunnen beantwoorden, om te beginnen onze aandacht moeten richten op de eerste vraag, die ook de kernvraag is: Wie ben ik?
Dat betekent dat we ons moeten gaan bezighouden met zelfkennis, met de kennis van het wézenlijke van onszelf. Dat wezenlijke is: de menselijke geest als de bewuste, vermogende levenskracht, die over de geestelijke vermogens beschikt: met name het vermogen
- de dingen om je heen waar te nemen
- ze in jezelf te overdenken
- en te doorvoelen
- en zo een te besluit te vormen er iets mee te willen doen.
We moeten ons met andere woorden gaan bezighouden met geestkunde, want onder geestkunde wordt zelfkennis verstaan als de kennis van jezelf als de menselijke geest, de kennis van het eeuwige wézen dat je bént: de vermogende levenskracht.
In geestkunde worden daartoe de volgende onderwerpen behandeld... geheel vanuit het gezichtspunt van de geest:
- de geest als de bewuste levenskracht,
- die over de geestelijke vermogens beschikt en
- die daarmee een geestelijke ontwikkeling kan doormaken
- die niet alleen leidt tot zelfverwerkelijking, maar ook
- tot hereniging met de algeest, je geestelijke oorsprong.
Want bij geestkunde gaat het ook over de verhouding tot je medemensen naar búiten toe (de uitgekeerde instelling) en die tot je geestelijke oorsprong naar bínnen toe (de ingekeerde instelling).
Ga je geestkunde op jezelf toepassen - door je vermogens om te vormen tot het geweten en de deugden - dan kun je daarmee niet alleen jezelf geestelijk ontwikkelen - wat de zin van je bestaan is - maar daardoor ook je verstandhouding met je medemensen verbeteren en je uiteindelijk met je geestelijke oorsprong herenigen; je kunt je herenigen met de eeuwige bron waar je als geest ooit uit bent voortgekomen en ook weer naar onderweg bent.
Want er is één hoofdweg voor de mens: de weg terug naar onze God, maar er zijn veel zijwegen... die de mens er juist steeds toe aanzetten
- met zijn geestelijke vermogens een keuze te maken
- en daardoor geestelijk te groeien.
Iedere mens die de blik naar binnen richt, kan de beschreven eigenschappen van de geest - in de vorm van de werkzaamheid van de geestelijke vermogens - rechtstreeks bij zichzelf waarnemen.