U.G Krishnamurti over waarheid, anti goeroe en ontkenning
Ik heb veel van U.G. gelezen waar ik ook van hou (niet te verwarren met J. Krishnamurti). Ook heb ik dingen gelezen waar hij zichzelf nogal tegen lijkt te spreken, dingen waar ik het niet mee eens kan zijn óf die ik misschien totaal niet begrijp. Hier een „anti-goeroe‟ deel wat mij aanspreekt:
Mensen noemen mij een „verlicht man‟ – een term die ik verafschuw – maar ze weten geen ander woord om mijn functioneren te omschrijven. Tegelijkertijd geef ik aan dat zoiets als verlichting niet bestaat. In zeg dat, omdat ik mijn hele leven heb gezocht en een verlicht man wilde zijn, en ik heb ontdekt dat zoiets als verlichting niet bestaat, en dat de vraag of iemand verlicht is of niet, niet bij me opkomt. Ik geef niets om een „zesde eeuw voor Christus Boeddha,‟ laat staan al die andere pretendenten om ons heen. Het zijn een bende uitbuiters die teren op de goedgelovigheid van mensen. Heilige mannen zijn namaak – ze zeggen me slechts wat in boeken staat. Ik kan het lezen – „doe hetzelfde opnieuw en opnieuw‟ – wat ik niet wil. Ervaringen die ik niet wil. Ze proberen me een ervaring aan te smeren. Maar ik ben niet geïnteresseerd in een ervaring. Wat ervaring betreft is er voor mij geen verschil tussen een religieuze ervaring en een sekservaring of wat voor ervaring dan ook; een religieuze ervaring is net als elke andere ervaring. Ik ben niet geïnteresseerd in een Brahman ervaring; niet in een realiteitservaring; niet in een waarheidservaring. Misschien dat ze anderen helpen, maar mij niet. Ik ben niet geïnteresseerd in meer van hetzelfde; wat ik gedaan heb is genoeg. |
Ik kwam op een punt waarop ik tegen mezelf zei: „Boeddha misleidde zichzelf en misleidde anderen.‟ Al die leraren en redders der mensheid zijn verdoemde idioten – ze houden zichzelf voor de gek –ik ben in dat soort dingen dan ook niet langer geïnteresseerd en ben daarom volledig uit mijn systeem gestapt.
Je hoopt dat ik het probleem van verlangend denken oplos, omdat dit het beeld is van de heilige waarvan jij denkt dat hij zijn verlangens onder controle heeft gebracht. Als die man zoals jij denkt geen verlangens meer heeft, dan is hij een lijk. Geloof er niets van! Zulke mannen stichten een organisatie en leven in luxe, door jou betaald. Je onderhoudt hem. Hij doet het voor zijn levensonderhoud. Er is altijd ergens ter wereld wel een idioot die voor hem valt.
* * *
Zij die beweren de waarheid te hebben gezocht en die nu verkondigen, zijn de leugenaars, foppers, fakes en bedriegers van de wereld,. Oké, je wilt zelf uitvinden wat waarheid is. Kun je dat? Kun je de waarheid vangen, vasthouden en zeggen „Dit is de waarheid?‟ Of je het nu aanneemt of verwerpt, het maakt niet uit; die zal van jouw persoonlijke vooroordelen en voorkeuren afhangen. Als je dus voor jezelf de waarheid wilt ontdekken, wat dan ook, dan ben je niet in de positie om die aan te nemen of te verwerpen. Je neemt aan dat er zoiets als waarheid is, je neemt aan dat er zoiets als een werkelijkheid is (een ultieme of een andere) – en het zijn die aannames die het probleem vormen, van lijden, voor jou. Kijk, als ik God wil ervaren, of de waarheid, de werkelijkheid of wat dan ook, dan zal ik voordat ik daarover kan oordelen, de geaardheid van de ervaringsstructuur binnenín mijzelf moeten begrijpen,. Ik moet het instrument daarvoor bekijken. Je probeert iets te vangen dat in termen van onze ervaringsstructuur niet te vangen is, dus moet die ervaringsstructuur eerst verdwijnen voordat dat andere naar binnen kan komen. Je zult nooit weten wat dat is. Je zult de waarheid nooit kennen, omdat het beweging is. Het is beweging! Je kunt het niet vangen, je kunt het niet bevatten, je kunt het niet uitleggen. We zijn niet geïnteresseerd in een logische vaststelling. Je moet het daarom zelf ontdekken. Wat is de waarde van mijn ervaring? Er zijn duizenden en duizenden ervaringen vastgelegd – ze hebben je niet geholpen. Het is jouw hoop die je drijft: „Als ik dit nog eens tien jaar volg, of vijftien jaar, misschien dat ik dan…‟ omdat jouw hoop die structuur is.
Ik heb voor mijzelf en bij mijzelf ontdekt dat er geen zelf te ontdekken is – dat is de werkelijkheid waar ik het over heb. Dit is een vernietigende dreun. Het slaat in als een bom. Je hebt alles geïnvesteerd in dat ene mandje: zelfrealisatie, en uiteindelijk ontdek je dat er geen zelf te ontdekken is, geen zelfrealisatie – en je zegt in jezelf: „Waar ben ik verdomme mijn hele leven dan mee bezig geweest?‟ Je ontploft.
Niets. Dat is wat je ontdekt. Zogenaamde zelfrealisatie is de ontdekking voor jezelf over jezelf dat er geen zelf te ontdekken is. Dat is schokkend – „Waarom verdorie heb ik daaraan mijn leven vergooid?‟ Het is schokkend omdat het ieder zenuw zal verwoesten, elke cel, tot in je beenmerg. Ik kan je zeggen dat het niet eenvoudig is, het wordt je niet op een goudschaaltje gepresenteerd. Je moet volledig worden ontgoocheld, pas dan zal de waarheid zich op zijn eigen wijze aan je tonen. Ik heb ontdekt dat het zoeken naar waarheid absurd is, omdat het iets is dat je niet kunt vangen, vasthouden of uitleggen.
* * *
Zie, mijn problemen met mensen die me komen opzoeken is deze: ze kunnen de manier waarop ik functioneer niet begrijpen, en ik lijk de manier waarop zij functioneren niet te begrijpen. Hoe komen we dan in gesprek? We moeten er beide mee ophouden. Hoe kan er tussen ons een dialoog ontstaan?
Ik probeer hier niets te verkopen. Het is onmogelijk te simuleren. Dit heeft in een ander gebied plaatsgevonden dan ik had verwacht en waarvan ik heb gedroomd en waar ik verandering wilde; ik noem het dan ook geen verandering. Ik weet niet wat er met me is gebeurd. Wat ik je vertel is hoe ik functioneer. Er schijnt verschil te zijn tussen jouw functioneren en mijn functioneren, maar in de basis is er geen verschil. Hoe zou er tussen ons verschil kunnen zijn? Dat kan niet; maar zoals we ons uitdrukken lijkt die er wel te zijn. Ik heb het gevoel dat er verschil is, en dat is het wat probeer te begrijpen. Zo functioneer ik.
Hou het simpel. Complexe structuren kan ik niet volgen – daar heb ik moeite mee. Ik weet niet, misschien ben ik een onvolwaardige imbeciel – ik kan niet in conceptueel denken. Hou het bij eenvoudige woorden. Wat is precies de vraag? Het antwoord is er namelijk al; die hoef ik niet te geven. Ik herstructureer de vraag meestal, herformuleer deze zodat de vraag zinloos wordt.
Als iemand me plotseling iets vraagt, dan probeer ik te antwoorden en aan te geven dat er geen antwoord op die vraag is. Ik herformuleer dus en kaats de vraag naar je terug. Dat is geen spel, want ik heb er geen interesse in jou voor mijn visie te winnen. De vraag is niet of ik meningen heb aan te bieden – die ik natuurlijk wel heb, op alles, van ziekten tot goden, maar ze zijn net zo waardeloos als die van ons allemaal.
Het is de vragensteller die de antwoorden creëert; en vanuit het antwoord ontstaat de vragensteller, anders zou er geen vragensteller zijn. Dit is geen woordenspel. Ik weet het antwoord en je wilt een bevestiging van mij; je wilt dat er wat licht op jouw probleem geworpen wordt, of je bent nieuwsgierig – als je om deze redenen een dialoog met me wilt, dan verspil je tijd; daarvoor moet je naar een geleerde, een pundit, een onderlegd man – die kunnen op zulke vragen veel licht werpen. Dit is de soort dialoog waar ik in geïnteresseerd ben: je te helpen je eigen vraag te formuleren. Probeer eens een vraag te formuleren die van jezelf is.
* * *
Jouw natuurlijke staat heeft geen enkele relatie met religieuze staten van geluk, zaligheid en extase; die bevinden zich binnen ervaringsgebieden. Zij die door de eeuwen heen mensen op hun zoektocht naar religiositeit hebben geleid, hebben dit misschien ervaren. Zou jij ook kunnen. Het zijn gedachtegestuurde zijnstoestanden die net zo snel gaan als ze komen. Krishna bewustzijn, Boeddha bewustzijn, Christus bewustzijn of wat dan ook, ze gaan allemaal in de verkeerde richting: ze vallen alle binnen het tijdsveld. Tijdeloosheid kan nooit worden ervaren, kan niet worden gegrepen, vastgehouden en nog minder worden uitgedrukt, door niemand. Dat platgetreden pad leidt nergens heen. Er is daarginds geen oase; er is slechts de luchtspiegeling.
Kijk, mensen stellen zich voor dat zogenaamde verlichting, zelfrealisatie, Godrealisatie of wat je maar wilt (ik hou niet van deze woorden) iets esthetisch is,
dat je voortdurend blij bent, in een voortdurende toestand van vreugde – dat zijn de beelden die men ervan heeft… Maar tussen die beelden en de actuele situatie is geen enkele relatie… Daarom zeg ik vaak tegen mensen: „Als ik je er ook maar een glimp van kon laten zien, dan zou je het met nog geen stok willen aanraken.‟ Je zou er van wegrennen, want het is niet wat je wilt. Want kijk, wat je zou willen bestaat namelijk niet.
We willen niet vrij zijn van angst. We willen er spelletjes mee spelen en onszelf vertellen dat we ons ervan bevrijden.
Kijk, het zoeken verwijdert je van jezelf – leidt je in tegenovergestelde richting – het heeft absoluut geen relatie.
Een zoektocht gaat altijd in de verkeerde richting; alles wat je als diepzinnig en heilig beschouwd is een besmetting van het bewustzijn. Je houdt misschien niet van het woord „besmetting,‟ maar alles wat je als heilig en diepzinnig beschouwd is wel besmetting.
Iets begrijpen is een zijnstoestand waarbij de vraag er niet meer is; er is dan niets wat zegt „nu begrijp ik het!‟ – dat is het verschil tussen ons. Te begrijpen wat ik zeg, brengt je nergens.
Het bewustzijn dat in mij functioneert, in jou, in de tuinslak en in de worm, is dezelfde. In mij heeft het geen grenzen; in jou zijn wel grenzen – je bent erin opgesloten. Waarschijnlijk zet dit onbegrensde bewustzijn jou onder druk, ik weet het niet. Ik niet, ik heb er niets mee te maken. Het is als water dat het laagste punt opzoekt, dat is alles – dat is zijn aard. Dat is het wat er bij jou gebeurd: het leven probeert de insluiting op te ruimen, die dode structureren van denken en ervaring welke niet tot zijn aard behoren. Het wil eruit, het open breken. Dat wil jij niet. Zo gauw als je wat scheuren ziet, pleister je die dicht en sluit je het weer op. Wat je drijft hoeft geen zelfgerealiseerde man te zijn of spiritueel of Godgerealiseerd; alles, ook dat boomblad, leert je hetzelfde, als je het alleen maar de kans geeft.
* * *
Over religie hebben we de vreemdste ideeën – het lichaam kastijden, slapen op spijkers, controle, ontkenning – allerlei rare dingen. Waarvoor? Waarom bepaalde dingen ontkennen? Het verbaasd me. Wat is het verschil tussen een man die naar een bar gaat voor een glas bier en een man die naar de tempel gaat en de naam van Rama herhaald? Ik zie geen echt verschil… Ik heb niets tegen zijpaden, maar of je daarbij nu de ene weg neemt of een andere, een zijpad is een zijpad. Je ontsnapt ermee aan jezelf… Wat je doet of wat je niet doet maakt niets uit. Jouw oefening in heiligheid, jouw oefening in deugdzaamheid – het heeft sociale waarde voor de gemeenschap, maar heeft met dit niets mee te maken.
Het conserveren van je seksuele energie zal je op geen enkele manier beter maken. Het is té onnozel en absurd. Waarom is daar zoveel druk op gelegd? Onthouding, continentie en celibaat zullen je niet in deze staat brengen, niet in deze situatie.
Jij weet niet wat goed is; je weet alleen wat goed voor jou is. Dat is jouw enige interesse, dat is een feit. Alles draait daar omheen. Heel jouw kunst en rede draait daar omheen. Ik ben niet cynisch. Het is een feit. Niets mis mee. Ik zeg niet dat ik er tegen ben. Situaties veranderen, maar het gaat om dat, wat je door die situaties heen leidt. Ik zeg niet dat dit verkeerd is. Als dat zo was, dan is er iets mis met jou. Zolang je reageert op basis van, wat ze noemen, tegendelen, goed en kwaad, dan zul je kieskeurig zijn in elke situatie, dat is alles – je kunt het niet helpen dat je zo doet.
Een „man van moraal‟ is een angsthaas. Een „man van moraal‟ is een bange man, een man met een klein hartje – daarom praktiseert hij moraliteit en oordeelt hij over anderen, in gerechtvaardigde verontwaardiging! Een echte man van moraal (als die bestaan) zal nooit, nooit over zijn moraal praten, of oordelen over de moraal van anderen. Nooit!
Het afwegen van mijn handelingen, vooraf en achteraf, ben ik voorbij. De morele vragen van: „Ik had zus moeten doen; ik had zo niet moeten doen; ik had dat niet moeten zeggen,‟ al deze heb ik niet langer. Ik voel me niet schuldig, verontschuldig me niet, alles wat ik doe gaat automatisch. Ik kan in situaties maar op één manier handelen. Ik rationaliseer niet en denk niet logisch, niets, dat is de enige handeling in een bepaalde situatie.
* * *
Je vraagt me: „Heeft alles een doel?‟ Kijk, er zijn jou een hoop betekenissen en doelen gegeven. Waarom zoek je dan naar de betekenis van het leven, het doel van het leven? Iedereen praat erover, iedereen. En er zijn antwoorden gegeven, door de redders, heiligen en sages van de mensheid – in India hebben ze duizenden – en toch stel je vandaag die vraag: „Heeft het leven een betekenis of een doel?‟ Je bent óf niet tevreden óf niet geïnteresseerd het voor jezelf uit te zoeken. Ik neem aan dat je niet echt geïnteresseerd bent, omdat het je angstig maakt. Het is een erg angstig ding. Is er dan zoiets als waarheid? Heb je jezelf die vraag ooit gesteld? Heeft iemand jou over waarheid verteld?
Het leven is op een bepaalde manier één grote droom. Ik kijk naar je, maar weet helemaal niets van je – dit is een droom, een droomwereld – het bezit totaal geen werkelijkheid. Als de ervaringsstructuur het bewustzijn (of hoe je het ook wilt noemen) niet manipuleert, dan is het gehele leven één grote droom, vanuit de ervaring gezien – niet vanuit het gezichtspunt hier, maar vanuit jouw gezichtspunt. Zie, jij gééft dingen hun realiteit, niet alleen aan objecten maar ook aan gevoel en aan ervaringen, je denkt dat ze echt zijn. Als je dat alles eens niet met jouw
opgebouwde kennis in verband brengt, dan zijn het geen dingen meer; dan heb je geen idee meer wat ze zijn.
Moed is het opzij vegen van de ervaringen en het gevoel die de mens vóór jou heeft opgedaan. Jij bent de enige en groter dan al die dingen. Het is allemaal geëindigd, de gehele traditie is geëindigd, hoe heilig ook – alleen dan kun je jezelf zijn – dát is individualiteit. Je wordt voor het eerst een individu. Zolang je van iemand afhankelijk bent, van een of andere autoriteit, dan ben je geen individu. Zolang er afhankelijkheid is, kan individuele uniciteit zich niet uiten.
Mijn levensverhaal gaat tot een bepaald punt en stopt daar – daarna is er geen biografie meer. Begeerteloosheid, geen hebzucht, geen woede: ze hebben voor mij geen betekenis; ze zijn niet echt, en dat niet alleen, ze vervalsen me. Ik ben klaar met de hele zaak.
* * *
Aan het begin van dit hoofdstuk had ik het over: „dingen waarin hij zichzelf nogal tegen lijkt te spreken, dingen waar ik het niet mee eens kan zijn óf die ik misschien totaal niet begrijp.‟ Blijkbaar is U.G. het daarmee eens…
Ik ontken altijd wat ik zeg. Ik verklaar iets, maar die verklaring verklaart niet alles wat ik zeg, dus ontken ik het. Jij zegt dat ik mezelf tegenspreek. Ik spreek mezelf niet tegen. Ik ontken de eerste verklaring, de tweede verklaring en alle andere verklaringen – daarom klinkt het vaak erg tegenstrijdig. Ik ontken het de hele tijd, niet vanuit het idee ergens te zijn aangeland; gewoon ontkennen. Mijn spreken heeft geen doel.1